zaterdag 8 augustus 2009

Jakarta



Door een dikke laag van smog arriveerden we op donderdag in Jakarta.
Een kennis van een kennis was bereid om als taxi op te treden en haalde ons op in Bogor en bracht ons bij Wisma PGI, ons verblijf in de hoofdstad.

'Wisma' is het lokale woord voor guesthouse of homestay en het betekent eigenlijk dat je in een gewoon huis blijft, een soort simpel pension.
Deze Wisma is echter meer dan dat: we kregen een ruime kamer met luxe badkamer en de wisma had een restaurant in huis.
Daar waren we ook wel even aan toe na de krakkemikkige verblijven waar we de afgelopen week hebben geslapen.
Backpacken is een leuk en aardig, maar we blijven toch luxedieren.

Een rondreis in Indonesie is niet compleet zonder de steden te bekijken, zo dachten we vooraf. Miljoenen Indonesiers wonen immers in steden en het hele politieke, culturele en sociale leven is geconcentreerd in de grote steden en vooral in de hoofstad Jakarta. De ca. 16 miljoen inwoners maken het tot de grootste stad van Indonesie en met ongeveer net zoveel inwoners als Nederland is dit enorme gebied een zoemend bijennest.

De vervuiling in de Indonesische steden treft ons echter voortdurend als een slag in ons gezicht. Aangezien we alleen gewend zijn aan de zuivere Amsterdamse lucht, hebben we last gekregen van keelpijn, verkoudheid, gevoelige ogen en een geirriteerde huid.
Lydia heeft zelfs een dag op bed gelegen met een lichte griep. De combinatie van hitte en vervuiling enerzijds en de airco anderzijds is verre van ideaal.

Na deze klaagzang lijkt het misschien alsof Jakarta niet de moeite waard was. Niets is echter minder waar.
Wat een stad, wat een enorme drukte en wat een diversiteit kom je hier tegen. Daarbij konden we boeiende mensen ontmoeten, tentenkampen bekijken, monumenten beklimmen en koloniale restanten bewonderen. Kortom: een leuk weekend.





Om nog even binnen het thema vervuiling te blijven: op zaterdag gingen we naar de Monas. Het nationale monument dat is opgericht om de strijd voor de onafhankelijkheid te gedenken. Een pilaar van 132 meter hoog die in opdracht van de eerste president Soekarno is gebouwd. Sindsdien staat deze pilaar in de volksmond bekend als ...jawel... 'soekarno's laatste erectie'.

Binnen in dit monument wordt een zwaar gekleurde versie van de nationale geschiedenis getoond, maar het hoogtepunt was wel om de top van de pilaar te bereiken.

Het uitzicht was fenomenaal en waarschijnlijk hadden we heel ver kunnen kijken als er niet miljoenen brommers, auto's en vrachtwagens in de stad hun best hadden gedaan om een rookgordijn aan te leggen.
Bovenaan de toren waren foto's te zien die duidelijk met fotoshop bewerkt waren en waarop te zien was hoe de stad er uit zou zien zonder smog.

Ons bezoek aan de Indonesische hoofdstad draait natuurlijk niet alleen om smog.
In de paar dagen dat we er waren bezochten we een tentenkamp, de nationale monumenten, een van de gigantische winkelcentra en de Kota het oude stadscentrum uit de Nederlandse tijd waar nu nog bijzonder weinig van over is.


Op vrijdagchtend haalde onze chauffeur en gids Rino ons op om ons te brengen naar het tentenkamp van de Setia theologische school.
In Nederland is er in het afgelopen jaar incidenteel berichtgeving geweest over de gebeurtenissen rondom deze school.

Setia is een christelijke organisatie die als doel heeft Indonesische christenen theologisch op te leiden en ze voor te bereiden op een taak als evangelist.
Ze bestaan een jaar of twintig en ondertussen is deze puur indonesische organisatie vrij groot geworden. In Jakarta alleen zijn er ca. 60 docenten en ongeveer 1500 leerlingen.
De school zat al sinds het begin gevestigd in een wijk in Jakarta met een in meerderheid moslimbevolking.

Hier wordt het ingewikkeld.
De directe omgeving van deze school, 'de buren' zogezegd, waren en zijn erg blij met deze school. Zoals de meeste Javaanse en Indonesische moslims zijn ze zeer tolerant en wat minstens zo belangrijk is: ze verdienen flink geld aan deze school. (studenten moeten immers eten en drinken en de was moet worden gedaan)

Ongeveer een jaar geleden waren er flinke rellen rondom de school. Radicale moslims wilden de christelijke school weghebben uit deze moslimwijk.
Na enkele dagen van rellen en bedreigingen, bleek dat de politie de school niet kon of wilde beveiligen en onder poitie escorte is de school geevacueerd. Het was een dreigende situatie.

In de Nederlandse media is er (voor zover al over bericht werd) nogal zwart-wit over deze zaak bericht. Het was zeer dreigend en er was geweld en het was een strijd tussen moslims en een christelijke school, maar tegelijkertijd probeerden de moslim buren de school te verdedigen.

Dat had echter geen effect.

Uiteindelijk is de school nu leeg en de overheid die met de zaak in hun maag zat heeft vervangende ruimte geregeld. Dat is op diverse plaatsen in de stad, maar de grootste plaats is het tentenkamp op het terrein van de padvinders.
Hier vinden nu al een jaar lang college's laats in tenten, hier wonen honderden studenten en docenten in tenten en hier wordt gekookt.
(dat koken gebeurt dan weer door de oude 'buren' van de school die ook slapen op het kamp omdat het te ver reizen is, zo houden zu hun inkomen en laten ze hun steun voor de school bliken)




Op vrijdagochtend brachten wij een bezoek aan dit tentenkamp en werden ontvangen doot Dick Mak een van de weinige westerse docenten aan deze school.

Het was een indrukwekkend bezoek zoals mag blijken uit de bijgaande beelden.

De zaak werd nog ingewikkelder toen hij ons meer details en geruchten vertelde. Ik zal jullie er niet te veel mee vermoeien, maar er zijn ook aanwijzingen dat er uiteindelijk projectontwikkelaars achter hebben gezeten die het terrein van de school wilden hebben voor ontwikkeling. Die hebben groepen met radicalo's opgejut en zo is de boel geescaleerd.



Een complexe samenleving, zo blijkt opnieuw. Maar wel fascinerend!

Na dit bezoek gingen we langs het postkantoor, deden wat inkopen en hebben geluncht.
Dat lijkt weinig, maar voor een stad waar elk moment van de dag een file staat en je dus met een slakkengang vooruit gaat, is het al een hele prestatie.

De volgende dag lieten we de zendingsreis (zoals enkelen het al spottend noemen) even voor wat het was en gingen ons weer te buiten aan de toeristische attracties.
Na het nationale monument gingen we naar de Kota, de oude stad.

Vrijwel alle oude koloniale grandeur zijn daar door verwaarlozing om zeep geholpen. Hoewel hetmisschien logisch is dat je niet veel geld wil uitgeven aan de gebouwen van de voormalige overheerser, was dit wel het andere uiterste.

De complete wijk is rijp voor de sloop, met als enige uitzondering het oude stadsplein waar het oude stadhuis tegenwoordig dienst doet als museum en enkele gebouwen daaromheen waaronder cafe Batavia.




Zodra je deze gebouwen binnenloopt, waan je je even in het Nederland van (ver) voor de oorlog. Hoewel het zeer toeristisch is, blijft het toch erg apart om daar rond te lopen. Temeer daar je beseft dat al die jaren van Nederlandse aanwezigheid weinig meer hebben achtergelaten dan deze paar gebouwen aan het plein, een ophaalbrug over een vervuilde sloot, de hagelslag in de supermarkt en incidentele woorden zoals 'knalpot', 'notaris' en 'wastafel'.




Misschien maar beter ook, er is ook niet zo veel om trots op te zijn in de Nederlandse erfenis hier. Al die Nederlandse kolonisatoren waren niet meer dan voorbijgangers in dit enorme land met zijn eigen tradities en gewoonten.

Op maandagochtend vliegen we van Jakarta naar Banda Aceh. Mogelijk geef ik voor de tijd nog een korte update (internet is gratis in deze wisman...(-; )

groeten
Gerrit

PS we zijn zo nu en dan actief op skype op de naam: gerritvandenberg

1 opmerking: