zondag 9 augustus 2009

1/3

Aankomende dinsdag 11 augustus zijn we vier weken weg. De tijd vliegt en tegelijkertijd lijkt het alsof we nog maar net weg zijn: de ideale combinatie.

Tijd voor een klein overzicht.
- In deze vier weken hebben we een kleine 2000 kilometer gereisd. (zonder de vlucht van NL naar Azie)

- We hebben met de bus, minibus, trein, boot, auto, fietstaxi, gewone taxi en met het vliegtuig gereisd.

- In deze paar weken zijn we in tien verschillende hotels/hostels/guesthouses verbleven.

- ik ben ongeveer 50 keer gestoken en Lydia 10 keer.....

- in die vier weken hebben we ongeveer 14 boeken gelezen, enkele tijdschriften en wat kranten

- en met dit blog mee heb ik 12 bloges geschreven en Lydia heeft de helft van haar dagboekje vol (daar krijgen jullie echter niets van te zien)

Het waren leuke, interessante, ontspannende en inspannende weken die we niet hadden willen missen!

Maar dit overzicht is niet compleet zonder een laatste anekdote over Jakarta en een wijze tekst als uitsmijter.

Hierboven noemde ik het aantal van ca 14 boeken. We zijn echter pas op 1/3 dus met dit tempo hebben we er nog zeker 20 nodig. Hoe doen we dat?

Toen we vertrokken uit Nederland hebben we ongeveer tien boeken meegenomen, onderweg hebben we er enkele achtergelaten/geruild en er een bijgekocht. Dat brengt het aantal op 14.

Nu is het probleemloos mogelijk om hier boeken te ruilen of te kopen, maar de beste lectuur hebben we toch thuis in de kast staan. Het leek zonde om boeken bij te kopen terwijl we nog zo veel ongelezen boeken hadden staan. (de eerste reden is erg arrogant, de tweede erg nederlands)

Daarom hebben we een oplossing bedacht, die op papier in Nederland heel slim leek, maar in de Indonesische realiteit heel wat minder geslaagd bleek.

Er bestaat een systeem binnen de posterijen dat 'poste restante' heet. Dat betekent dat je een pakket of brief opstuurt naar een postkantoor ovv poste restante en de naam van de geadresseerde. Die persoon kan dan met zijn/haar paspoort dat pakket afhalen.

De week voor we vertrokken had ik een doos met verse boeken verstuurd aan mijzelf via het postkantoor in Jakarta ovv poste restante.
Het plan was om even dat pakket op te halen en om dan de boeken die we uit hadden (maar wel wilden bewaren) met hetzelfde pakket terug te sturen.

Op donderdag reden we naar het postkantoor. Dat is een gigantisch jaren '60 gebouw met een aantal balies waarvan we direct ontmoedigd raakten. Anderhalf uur lang hebben de lokale postbodes geprobeerd om de uitdrukking 'van het kastje naar de muur' nieuw leven in te blazen. Het leek wel een stripverhaal.

Gedurende deze slopende tocht hebben we waarschijnlijk tien balies gezien en uiteindelijk eindigden we in de kelder van het gebouw waar de pakketen worden gesorteerd.
Daar keken we op tegen een stapel dozen, tassen en zakken van indrukwekkende omvang. Op het oog leek er geen enkele logica in te zitten en te zien aan de lusteloze gezichten van de vijftig postsorteerders eromheen waren wij niet de enige met die gedachte.

Bij balie elf aangekomen, verzekerde de lokale opperbureaucraat dat hij alle pakketten wist te vinden. Het enige dat we nodig hadden was het juiste nummer. .
Dat had ik niet bij me. (er was me in NL verzekerd dat het niet nodig was: hoe naief van mij)

Wanhopig keerden we huiswaards. Zouden we nu alleen de backpackers pulp romans kunnen lezen de komende weken?....

De volgende dag deden we een hernieuwde poging met onze grote steun en toeverlaat Rino. (die ons rondreed deze dagen).
Via een andere ingang kwamen we het gebouw binnen en bij elke nieuwe ingang horen uiteraard nieuwe balies. We kwamen opnieuw op plekken die we voor het eerst zagen en ook daar keken mensen ons verwilderd aan.

Het wanhopige gevoel was alweer aan het terugkomen toen er iets wonderbaarlijks gebeurde.
Bij de derde balie liet ik het papiertje zien waarop ik alle informatie had geschreven: het nummer (dat ik volgens TNT niet nodig zou hebben, mijn paspoort zou voldoen, gelukkig kon ik het viavia achterhalen) en de exacte manier waarop ik het pakket had geadresseerd.

De dikke bezwete man achter de balie keek ons aan alsof hij wel de laatste was die ons zou kunnen helpen. Toen hij echter op het briefje keek, zei hij opeens opgewekt: 'ah, poste restante!'

Zonder ons een blik waardig te keuren stond hij op en liep naar een andere etage. Wij volgden hem hoopvoller dan we in twee dagen waren geweest. In een klein kantoortje riep hij wat in het indonesisch tegen een vrouw achter balie 14 (of was het 15). Achter haar stond een grote kluis die ze met veel misbaar opende.

In die kluis stond de heilige graal: onze doos boeken.

De blijdschap ontlaadde zich in een lachpartij aan onze kant, vooral omdat we ons realiseerden dat we in de tocht van de dag ervoor al een keer of vijf langs deze balie waren gelopen. Niemand van alle mensen die we hadden gesproken had eraan gedacht om ons naar deze dame te sturen die als een waakhond onze doos bewaakte in haar verder lege kluis.

Dolgelukkig maakten we ons pakket open, haalden de boeken eruit en we vulden de doos met onze oude boeken. Die zijn ondertussen weer onderweg naar NL waar ze in de kast terecht komen om stof te verzamelen.

Zijn er ook wijze lessen te trekken uit deze toch en de vier weken van reizen die achter ons liggen? Misschien wel, misschien niet.....

Het lijkt me in ieder geval een toepasselijk moment om met een citaat te strooien van de Ierse schrijver en dichter George Moore. Hij sprak ooit de ironische woorden:

'een man reist de wereld rond om te vinden wat hij nodig heeft en uiteindelijk keert hij terug naar huis om het te vinden'.

Zo was het bij het pakket achter die balie en misschien gaat het over acht weken ook zo met ons.....
En hiermee eindigt het eerste deel van deze reis: op naar meer kilometers en boeken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten