woensdag 23 juni 2010

Tempels, tempels en nog eens ....






Tempels, tempels en nog eens tempels



Het is de blauwe levensader van Egypte: de rivier de Nijl. Vanaf een cruise schip, in - voor Egyptische begrippen – ongekende luxe zagen we het leven aan en op deze rivier aan ons voorbij trekken. Het was een schitterend schouwspel, maar vooral ook een erg hete tocht.



Zonder de Nijl was Egypte een grote woestijn geweest. Vanuit ons ligbed aan het zwembad op het dak van het schip keken we uit over een brede strook groen. Palmbomen, landerijen, boeren, steden en veel vee. Maar achter die groene strook zag je altijd de onverbiddelijke en vrijwel onbewoonbare woestijn.




Dit was 5000 jaar geleden natuurlijk ook al zo en de machtige farao’s die toen als God-Koningen de scepter zwaaiden over Egypte bouwden hun gigantische en talrijke tempelcomplexen dan ook aan de rand van deze rivier. Tempels zo groot dat de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam er 10 of 20 keer in zou passen. En dan niet een van die tempels, maar tientallen.



Wat die farao’s natuurlijk niet beseften is dat ze zo een mooie kans creëerden voor hun zakelijk ingestelde nazaten. Want als vrijwel al die tempels aan de Nijl staan, wat is er dan mooier om met een cruise schip vol toeristen langs al dat moois te varen…..

En zo dachten ook Gerrit en Lydia.




Het was erg indrukwekkend en groots om al die geschiedenis is zien. Vanuit Cairo kwamen we vrijdagochtend met de nachttrein aan in Aswan in het zuiden van Egypte. Vandaar gingen we naar ons schip en in een tocht van drie nachten en vier dagen van Aswan naar Luxor bezochten we zes tempels en tien graven van koningen, koninginnen en nobelen en nog een oude steengroeve. Het was ons historische weekje….



Ook dit zijn weer dingen die lastig te beschrijven zijn. Het is groter dan je bedenkt en indrukwekkender dan je je voor kunt stellen. Waar de kleuren nog behouden zijn (zoals in enkele graftombes van de nobelen) is het een schitterend kleurig geheel van tekeningen over het leger, het boerenleven of andere taferelen waarmee je een inkijkje krijgt in het leven van 4000 jaar terug.



Een indruk die echter ministens zo sterk blijft hangen na deze mooie cruise is de hitte. De allesverzengende, intense, altijd aanwezige en slopende hitte. Op het heetste deel van de dag was het ca.45 graden. Dan lig je ook niet meer lekker aan het zwembad…



Aswan en Luxor liggen in het midden van Egypte en dus midden in de woestijn. De Nijl zorgt wel voor leven, maar kan echt niet verkoelen. Dat merkten we maar al te goed.



We pasten ons leven er volledig op aan. In de ochtend om 06.00 uur uit bed. Dan enkele dingen bezichtigen tot een uur of 09.00/10.00, dan nog tot 12.00/12.30 aan het zwembad. Vervolgens lunchen (bij de airco) en dan een middagdutje en wat lezen tot we om 19.00 uur weer naar buiten konden.



Gelukkig was het schip een drijvende airco en was er genoeg te doen en hebben we leuke mensen ontmoet, maar ideaal is anders. Dus volgende keer toch maar in december naar Egypte.



Vanmorgen hebben we onze laatste bezichtigingen gedaan. De meest indrukkwekkende aan het einde: de tempel van Karnak.



En nu zitten we samen in een in een restaurantje. Eten net op en over een halfuurtje haalt de taxi ons op en brengt ons naar het vliegveld. We vliegen vanavond naar vliegveld Sharm el Sheikh. Daar haalt een auto ons op en brengt ons naar Dahab. Onze plek voor de rest van de reis. Vandaar kunnen we de Sinai beklimmen, duiken en – als het niet te heet is – nog de woestijn in.






Groet,

Gerrit en Lydia





PS



Nog een kleine anekdote om een indruk te geven hoe de mensen hier tegen ons en vooral Lydia aankijken…

Lydia wordt op straat voortdurend nagefloten en aangestaard als de mooiste vrouw op aarde. Dat vindt ze zelf erg vervelend, maar als ik kijk naar de lokale vrouwen (het weinige dat zichtbaar is dan) kan ik me goed voorstellen dat de mannen onder de indruk zijn. Soms loopt het wel de spuigaten uit. We zaten in een internetcafé en bij de computer waar Lydia achter zat sprong het lampje van de webcam aan. Dat was wat vreemd, maar de smerige opzet was direct duidelijk toen Lydia de camera wegdraaide en de beheerder van het internetcafé ineens verschrikt opkeek en wegliep. Ook dat is Egypte.





zondag 20 juni 2010

Cairo

Een paar dagen lang twijfelde ik of ik opnieuw ons blog zou bijhouden. Als je drie maanden gaat backpacken in Indonesië en China dan is dat natuurlijk wel wat anders dan drie weken Egypte, maar na drie en een halve dag in Cairo kon ik niet meer anders. De vorige keer merkte ik dat het prettig is om alle indrukken van me af te schrijven en zo ruimte te maken voor nieuwe. Bovendien is het een ideaal dagboek want veel dingen vergeet je weer snel. En als het goed is, scheelt het ook weer veel vertelwerk in Nederland…(-;

Afin, na deze korte toelichting dan snel naar Cairo.




Cairo

Om zeven uur ’s ochtends vertrokken we uit Amsterdam om via Zurich om ca. twee uur ’s middags te landen op het vliegveld van Cairo. (dat was de goedkoopste vlucht: het is wel backpacken natuurlijk)
De warmte klapte ons met de spreekwoordelijke mokerslag omver. Met ongeveer 35 graden en een ongenadig felle zon kregen we direct een goede indruk van wat ons te wachten stond. Na diverse veiligheidschecks en het kopen van een visum vonden we de chauffeur van het hostel. Met hem doken we de hectiek van de stad in.
Iedereen rijdt hier alsof ze alleen op de wereld zijn en in de rit van veertig minuten heb ik meer bijna ongelukken meegemaakt dan in de afgelopen veertig weken in Nederland. Gelukkig weet iedereen wel de claxon te vinden!

Het hostel waar we hadden geboekt zat letterlijk drie hoog achter. Weliswaar in een redelijk goede en centraal gelegen wijk, maar wel weggestopt in een kantoorgebouw waar je de lift moest nemen naar de derde verdieping waar achter een deurtje de ingang van het hostel zat weggestopt. Heerlijk dat backpacken.

’s Avonds haalde Willem-Jan de Wit ons op voor onze eerste echte kennismaking met Cairo. Een zeiltochtje op de Nijl met een falluciabootje. Heerlijk om met een verkoelend rivierbriesje de zon onder te zien gaan over het hectische stadsleven van Cairo. De luxe hotels torenden omhoog langs de rivieroever en daarachter en eromheen raceten duizenden auto’s, brommers en soms nog een paard met wagen op weg naar hun bestemming.

Het was goed om Willem-Jan opnieuw te ontmoeten. Ongeveer twee jaar geleden is hij vanuit de Noorderkerkgemeente in Amsterdam, waar Lydia en ik beide deel van uitmaken, uitgezonden naar Egypte om daar les te geven aan de theologische school van de Egyptische presbyteriaanse kerk. Hij doceert bijbelse vakken en Grieks. Vanuit de Noorderkerk konden we hem enkele kaarten en groeten en uiteraard alle goede wensen meegeven die hij zeer waardeerde. Voor ons was de ontmoeting natuurlijk nog veel bijzonderder. Willem-Jan vertelde honderduit over zijn leven in Egypte, de lessen die hij geeft en hoe gewone Egyptenaren hun leven leven.
Na de boottocht bezochten we een kerk waar op maandagavond een gebedsbijeenkomst gaande was met honderden mensen. Erg indrukwekkend en inspirerend. Nederlandse christenen zijn vaak moeilijker bereid om naar door de weekse activiteiten te gaan, door hun drukke leven, maar hier is dat ogenschijnlijk geen belemmering. Na deze bijzondere introductie van Cairo aten we samen met Willem-Jan in een restaurant in Egyptische stijl. Een geslaagde avond!



De dagen erop waren zeer indrukwekkend. Cairo is islamitisch, erg islamitisch, maar tegelijkertijd heeft het alle hectiek van de wereldstad die het is. Het leven gaat hier 24 uur per dag door. Ongeacht het tijdstip waarop we de straat op gingen, was het druk en werden er dingen gekocht en verkocht. De auto’s vormden een onstopbare stroom verkeer. Dat moet ook wel want de 20 miljoen inwoners moeten toch naar hun plek van bestemming.


We bekeken een aantal grote moskeeën, die allen ouder zijn dan de stad Amsterdam en doorgaans ook groter dan de grootste kerk die Amsterdam kent. (om een beetje een vergelijking aan te geven). Ook het hart van islamitisch Cairo konden we uiteraard niet overslaan. Nauwe steegjes met verschillende markten waar specerijen, groenten, vlees, boeken, koper, goud, zilver en veel toeristische troep werd verkocht. Zoals altijd gold ook hier hoe minder toeristen hoe leuker en beter de markt was. De vele sapwinkels in de stad gaven ons de nodige energie om verder te trekken door het doolhof van Cairo.




Ik kan nog pagina’s doorgaan met de oudheden die we zagen. Uiteraard de piramiden en de sfinx. Maar ook de enorme collectie in het Egyptische museum met ondermeer het vele goud dat farao Tutankhamon meekreeg in zijn graf. Of Koptisch Cairo, het oudste deel van de stad met zijn vele kerken. Alles zeer indrukwekkend en niet te missen, maar het ware hoogtepunt was voor ons toch om te zien hoe ‘gewone’ Egyptenaren leven. (voor zover mogelijk is om dat te zien in enkele dagen).

Dan bedoel ik bijvoorbeeld de middag en avond die we doorbrachten in Al Azhar park. Daar zagen we tientallen verliefde stelletjes, groepen gesluierde moeders met hun kinderen in vaak felgekleurde kleding spelen of groepen mannen die samen rookten of in gebed gingen. Daar speelden de families tikkertje, danste een jongedame en keken we samen met hen naar de zonsondergang over de skyline van de stad met honderden minaretten.

Of ik bedoel onze wandeling over een markt die we onderweg in een taxi tegenkwamen. De taxichauffeur keek nogal verbijsterd toen we juist daar wilden stoppen, maar wat is er nu leuker dan te kijken naar het vlees dat hangt in de zon, te ruiken aan de vis die overdekt is met de vliegen en fruit te kopen bij de tientallen fruitkramen. Schitterden beelden van de vele theekraampjes aan de kant van de weg, de bakkers en de spelende kinderen. En overal de mannen met paard en wagen of soms een grote jeep die het afval ophalen. Op weg naar dirt city.

Want dat was toch wel het meest indrukwekkende van wat we zagen: Dirt City.
In een stad met twintig miljoen inwoners wordt natuurlijk veel afval geproduceerd: bergen en bergen. Overal in de stad ligt het ook. Vaak in hoeken op de straat bij elkaar gestort of in een hokje dat aan de voorkant open is zodat iedereen er bij kan. De hele dag en vooral ’s nachts gaan de vuilophalers door de stad. Met hun oude overbeladen auto’s of hun karren met een paard of ezel ervoor houden ze de stad een beetje leefbaar.

Daar sta je nauwelijks bij stil totdat je Dirt City zelf inrijdt. Dan zie je een schouwspel dat met geen pen echt te beschrijven is. Ik doe een poging, maar de geur en de massaliteit is niet over te brengen. In nauwe straten waar duizenden mensen wonen, ligt het vuil huizenhoog opgestapeld. Overal zijn mannen, vrouwen en kinderen bezig om te sorteren. Plastic bij plastic, verteerbaar afval bij verteerbaar afval en ga zo maar door. De stank is niet te harden.
In de loodsen, de straten en de huizen stapelt het afval zich op. Het stof waait op en vormt soms een gordijn waar de wijk bijna in verdwijnt. Zo nu en dan vangen we de blik op van de taxichauffeur die demonstratief zijn neus dicht knijpt en ons nog eens boos aankijkt: waarom moesten we nu juist naar deze wijk?!. De onderkant van de samenleving!
Temidden van dat alles hoor je kinderen lachen. Ze spelen met het afval, de dieren en met elkaar. Mannen roken samen hun waterpijp, vrouwen staan gezellig te kletsen. Wat ons verwende westerlingen schokt, is hier business as usual. Niets aan de hand.

Na een rit van een kwartier door deze wijk, kwamen we dan aan bij de reden voor ons bezoek aan deze wijk. De kerk van Simon de Looier. Nu lijkt het misschien alweer zo’n veel te mooi verhaal te worden, waarin in alle ellende er opeens een kerk is of christenen zijn waar de hoop zich in samenbalt. Om eerlijk te zijn: dat is het ook, maar dat was niet onze bedoeling toen we erheen gingen. Zelf nog niet de bedoeling toen ik dit blog begon te schrijven. Nu ik bezig ben zie ik geen andere manier.

Het grootste deel van de mensen in de afvalwijk is christen. Als minderheidsgroep zitten de christenen hier soms aan de rand van de samenleving. Ze hebben baantjes die anderen niet zien zitten. Waaronder de rol van vuilnisman. (net zoals een groot deel van de vuilnismannen en schoonmakers in Nederland uit immigranten en minderheidsgroepen bestaan).

Hoewel iedereen in naam christen was, werd er in de praktijk weinig met dit geloof gedaan. Iedereen had zijn christelijke tatoeage op de arm zodat duidelijk was waar je bij hoorde, maar verder niet veel. De plaatselijke koptische kerk stelde enkele priesters aan om deze mensen weer opnieuw te vertellen over God, geloof en Jezus Christus. Velen kwamen opnieuw tot geloof en er was behoefte aan een kerk. Bij gebrek aan ruimte hebben de lokale bewoners een kerk uitgehouwen in de bergwand. Deze kerk gingen we bezichtigen want in dat zachte steen is nu een enorme openlucht kerk waar ruimte is voor 5000 mensen. Langs de wanden zijn schitterende bijbelse taferelen uitgehakt.



Deze kerk biedt nu een vorm van gemeenschap en hoop die jarenlang ontbrak in deze desolate omgeving. Mensen putten kracht uit hun geloof om de dagelijkse gang door de stad te maken. Daarnaast is er een onverwacht voordeel. Deze kerk trekt nu bezoekers uit heel Egypte en zelfs toeristen uit de hele wereld. Dat komt enerzijds door het verhaal van Simon de Looier die in de middeleeuwen de moslims eens wist af te troeven en naar wie de kerk vernoemd is, maar anderzijds door het prachtige handwerk van deze lokale vuilnisboeren.

Zonder iets af te doen aan de pracht en waanzin van Cairo, was dit wel het bezoek dat het langst in onze hoofden en neuzen is blijven hangen.